Steeds meer Nederlanders kopen een Spaans vakantiehuis. Het heerlijke weer en het lekkere eten is voor ons polderbewoners erg aanlokkelijk.

Vorig jaar kochten volgens cijfers van Spaanse registratiekantoren 1.332 Nederlanders een ‘casa’ om te kunnen genieten van de zon, tapa’s, cava’s en siësta’s. Dat is 28 procent meer dan in 2015.

Maar het ene huis is het andere niet en Spanje is zeker Nederland niet. Vastgoedspecialist Azull heeft daarom vijf regelmatig voorkomende blunders op een rijtje gezet, die je maar beter kunt voorkomen als je op zoek bent naar een Spaans vakantiehuis.

1. Reken je niet rijk

De vastgoedprijzen in Spanje liggen gemiddeld ruim 15 procent lager dan in Nederland, maar volgens CEO Marleen De Vijt van Azull is het oppassen geblazen als huizen te goedkoop worden aangeboden:

“We zijn allemaal op zoek naar koopjes. Maar denk eraan, als het té goedkoop is, besef dan dat dat er iets niet klopt. Bij échte dumpingprijzen moet je vaak inboeten op de ligging of de afwerking.”

En je moet ook geen wonderen verwachten van het verhuren van je huis als je er zelf niet bent, zegt De Vijt: "Reken je op dat vlak niet rijk. Een huuropbrengst van 5 tot 7 procent kan gewoon niet. Mensen die samen met hun kinderen een Spaanse casa willen kopen, puur om te verhuren: dat raad ik af. Als je zoiets koopt, doe het dan in de eerste plaats om er zelf van te genieten."

2. Lekker zuidelijk? Pas op met de hitte

Hoe lekker de warmte ook kan zijn, in de binnenlanden van Spanje kan de temperatuur onaangenaam hoog oplopen. Zo werd deze zomer in Cordoba een recordtemperatuur van 47°C gemeten.

"In Nederland willen we allemaal een woning die zuidelijk gelegen is. In Spanje doet je dat best niet, want dan wordt het overdreven heet", zegt De Vijt. "Als je niet goed tegen hoge temperaturen kan, kies dan eerder voor een huisje aan de kust, daar is het al gemakkelijk 5°C koeler dan in het binnenland."

3. Let op met de Spaanse regeltjes

De Spaanse wetgeving is anders dan de Nederlandse: “Tenzij je toevallig een diploma rechten van de Universidad Complutense de Madrid hebt, ga ik ervan uit dat je de Spaanse wetgeving niet uitvoerig kent”, zegt De Vijt gekscherend.

"Wij raden onze klanten altijd aan met een Spaanse advocaat te werken. Die weet op welke details je moet letten en aan welke wettelijke standaarden een huis moet voldoen. Zo zijn er in Spanje bijvoorbeeld strikte regels over hoe dicht een woning bij de zee mag staan."

4. Onverwachte belasting

Als je in Spanje een huis koopt van iemand die niet in Spanje woont, ben jij verantwoordelijk voor de meerwaardebelasting die de verkoper moet betalen. Het kan je een aardige bom duiten kosten als je dat niet weet.

"De boodschap is dan ook dat je als koper het beste meteen 3 procent van de verkoopprijs afhoudt. In Spanje is dat niet vreemd", legt De Vijt uit.

5. De ene tapasbar is de andere niet

“Nog voor je huizen gaat bekijken, moet je het nodige veldwerk doen", adviseert De Vijt. "Ga er eerst eens op vakantie, maar niet als de typische toerist. Bezoek een paar leuke tapasbars waar vooral Spanjaarden naar toe trekken, wandel eens door de stad of het dorpje en leer je potentiële nieuwe buren kennen."

Je moet je volgens De Vijt wel thuisvoelen in je nieuwe omgeving en rustig de tijd nemen om alles te leren kennen is de enige manier om er achter te komen of daar een huis kopen echt wat voor je is.